Tijdens het Herdenkingsjaar Slavernijverleden staan we in het hele Koninkrijk stil bij een pijnlijk, belangrijk en tot voor kort onderbelicht onderdeel van onze gedeelde geschiedenis. Uit welke verhalen bestaat deze? In de reeks ‘Geschiedenis van ons allemaal’ duiken verhalenvertellers in hun eigen geschiedenis en onderzoeken daarin zowel het verleden als het heden. Dj, filmactrice en modeontwerper Stefanie Albertzoon en journalist Charisa Chotoe gaan met elkaar in gesprek over het herinneren van verhalen en het behouden van cultuur.
Stefanie Albertzoon is Inheems Surinaams. Ze treedt op onder de dj-naam OISHĪ en haalt veel inspiratie uit tribale klanken. Ook is Stefanie filmactrice, lid van de Dutch Ballroom Scene en modeontwerper.
Charisa Chotoe is Hindostaans, haar voorouders komen uit India en zijn als contractarbeiders naar Suriname gehaald. Als onderzoeksjournalist houdt Charisa zich bezig met identiteit en de invloed van geschiedenis op onze samenleving. Daarnaast is ze presentator van het programma Pointer.
Charisa’s voorouders uit India zijn onder valse voorwendselen naar Suriname gehaald om als contractarbeiders te werken: “Er werd groots aan mensen verteld dat er een plek was, aan de overkant van de wereld, waar het heel goed voor je was en waar je kon komen werken.” Contractarbeid was een manier om na de afschaffing van de slavernij in 1863 mensen naar Suriname te halen om te werken op de plantages. Hoewel er wel betaling plaatsvond, werden contractarbeiders vaak gedwongen of gelokt met valse beloftes. Er was dus nog steeds sprake van onvrije arbeid en de omstandigheden waren vergelijkbaar met slavernij.
Doordat Charisa zich meer in de koloniale geschiedenis van haar voorouders ging verdiepen, leerde ze hoe die geschiedenis onbewust is doorgesijpeld in haar eigen leven: “Ik heb best wel veel angsten en onzekerheden, maar ook een krachtig gevoel van trots. Doordat ik me meer ben gaan verdiepen in de geschiedenis van mijn voorouders, ben ik mezelf beter gaan begrijpen. Die geschiedenis bepaalt heel erg mijn identiteit.”
Stefanie herkent het verhaal van Charisa. Voor Stefanie betekenen haar Inheemse wortels veel voor haar identiteit. “Maar die oorsprong is niet zo mooi. Het betekent landroof, genocide en verloren taal. Er is veel afgenomen en dat zit erg diep.”
Ondanks de impact van kolonialisme op de gedeelde geschiedenis van Stefanie en Charisa zijn ze het over één ding eens: “Onze geschiedenis begint niet bij kolonialisme”, zegt Charisa “We waren een hele gemeenschap met koningen en koninginnen. Dáár begint onze geschiedenis.”
Een van de verhalen van vóór het kolonialisme die volgens Stefanie niet vergeten mag worden, is dat van opperhoofd Para Moro. Door de Surinaamse hoofdstad Paramaribo stroomt een kleine kreek, de Sommelsdijkse Kreek. Die kreek was naar hem vernoemd: De Para Moro Rhebo. Rhebo is het Arowakse woord voor rivier. Arowakken zijn een Inheemse bevolkingsgroep in Suriname. “Dat kon alleen niet worden uitgesproken door Europeanen en daardoor maakten zij er ‘Paramaribo’ van.”
Charisa wil graag het verhaal van Janey Tetary blijven herinneren. Zij was een Hindoestaanse verzetsstrijdster die werkte op plantage Zorg en Hoop en daar een opstand leidde. “Zij was een van de weinige vrouwen van wie bekend is dat ze een rol speelde in een opstand. Zonder vuurwapens, maar alleen met woorden en stenen.” Uiteindelijk werd ze in 1884 doodgeschoten op bevel van Barnet Lyon, de Nederlandse agent-generaal in Suriname. Op 24 september 2017 werd het borstbeeld van Barnet Lyon op de Grote Combéweg vervangen door een beeld van Janey Tetary, 133 jaar nadat haar opstand ten einde kwam.
“Door dat soort verhalen voel ik me geworteld”, vertelt Charisa. Maar het besef dat er al zo lang gestreden wordt, stemt haar ook pessimistisch: “Het verleden zit nog steeds heel erg in de haarvaten van de samenleving en onze instituties. We zijn al zo lang bezig. Maar tegelijkertijd: als zij het konden, zonder wapens, kunnen wij het met de woorden die we nu kennen.”
Ook andere vormen van cultuur hebben Stefanie en Charisa meegekregen uit hun familiegeschiedenis. Voor Stefanie is haar muziek een middel waarmee zij de klanken van haar Inheemse voorouders kan overbrengen. Charisa ging uiteindelijk zelf op zoek naar de verhalen en cultuur van haar voorouders: “Er werd thuis vroeger totaal niet over het leven in Suriname gesproken en op school leerde ik alleen maar dat de Gouden Eeuw geweldig was.” Uiteindelijk was het de omgang met de natuur die haar liet inzien wat haar band met het verleden is. “Toen ik naar Suriname ging, zag ik de liefde voor de natuur ook weer terug bij zoveel andere familieleden. Planten zijn hun alles. Ik snapte toen dat we allemaal kinderen zijn van de natuur.”
Ook Stefanie voelt hoe de Inheemse cultuur verbonden is met de natuur. Toen ze afgelopen oktober in Suriname was, is ze samen met haar vader naar de grond van haar voorouders gegaan om verbinding te zoeken met de natuur daar. “Ik denk dat natuur onze culturen het meest verbindt.”
Dit is het laatste verhaal in de serie 'Geschiedenis, van ons allemaal'. Lees alle verhalen via de links op deze pagina.
In Het Parool
Het gesprek tussen Charisa en Stefanie kreeg een vervolg waar verslag van werd gedaan door Het Parool en op 30 januari al werd gepubliceerd. In het gesprek praten ze verder over het herdenkingsjaar, de vele onvertelde verhalen en het feit dat er niet één prototype Surinamer bestaat.
Link naar het artikel: https://www.parool.nl/ps/surinaamse-amsterdammers-praten-met-elkaar-over-het-koloniaal-verleden-mijn-moeder-werd-domme-indiaan-genoemd~b693f2f2/