Tijdens het Herdenkingsjaar Slavernijverleden staan we in het hele Koninkrijk stil bij een pijnlijk, belangrijk en tot voor kort onderbelicht onderdeel van onze gedeelde geschiedenis. Uit welke verhalen bestaat onze gedeelde geschiedenis? In een nieuwe reeks video’s duiken verhalenvertellers in hun eigen geschiedenis en onderzoeken daarin zowel het verleden als het heden. Zangeres, chef en voormalig docent Shirma Rouse gaat in gesprek met filmmaker en aardwetenschapper Safi Graauw over hoe het verleden doorwerkt in het heden, maar ook over welke verhalen we niet mogen vergeten.
Het slavernijverleden heeft een grote invloed op de identiteit van makers Shirma Rouse en Safi Graauw. Safi vertelt: “Mijn oma Petronella Maria Slagveer is in 1925 in het Surinaamse Coronie geboren als dochter van een tot slaafgemaakte. Oma hield koeien en elke week moest zij in een kantoor in de stad stalgeld halen: huurprijs voor het stallen van dieren. Maar mijn oma was analfabeet en sprak geen Nederlands. Ze zei daarom bij aankomst in het kantoor: 'Ik kom koe betalen'. De witte mensen in het kantoor lieten haar de hele dag wachten. Aan het einde van de dag zei een witte meneer tegen haar: 'Nee, je komt stalgeld halen'. Door deze gebeurtenis besloot zij dat al haar elf kinderen moesten gaan studeren. Dit is het startpunt van een bepaalde mentaliteit binnen mijn familie. Haar kinderen verhuisden van Coronie naar Paramaribo en van Paramaribo naar Nederland. En nu zit ik hier. ”
Shirma: “Mijn overgrootvader Peter John is in 1868 geboren. Hij heeft mijn moeder het meest beïnvloed. Hij leerde haar: 'Your generational past is not your generational future'. Je verleden is niet je toekomst. Mijn moeder was nieuwsgierig en leergierig, ging studeren en werd medisch analist. Haar kinderen moesten ook studeren. Door de onmacht en het gebrek aan perspectief in het verleden is ons hele gezin gaan studeren.” Safi reageert: “Er vond een groot drama plaats in onze families, maar de generatie voor ons zei: 'Dit nooit meer'.”
De slavernijgeschiedenis houdt beide makers ook nu nog bezig. Safi: “Ik ben een intersectionele milieuactivist. Ik geloof dat er geen klimaatrechtvaardigheid kan bestaan zonder gelijkheid. Het Nederlandse slavernijverleden werkt door in institutioneel racisme en een disbalans in de samenleving. Mijn missie is om de brug te zijn tussen de wetenschap en de samenleving."
Shirma: “Ik houd me ermee bezig door continu in gesprek te zijn over het onderwerp. Kennis is kracht. Ik woon en werk in een wit land en in een wit werkveld. Als jij een witte man was geweest, hadden we een ander gesprek gevoerd. Dan had ik moeten uitleggen wat mij is overkomen. Dan had ik mijn trauma moeten uitleggen. Maar de witte man heeft ook een trauma, want witte mensen leerden van generatie op generatie dat mensen zoals ik niet genoeg zijn en geen mening mogen hebben. Maar ik ben Shirma, ik ben een vrouw die heeft gestudeerd en jij en ik zijn gelijk. Ik ben meer dan mijn kleur. Begrijp me niet verkeerd, my colour is amazing, maar het gaat erom hoe er institutioneel naar wordt gekeken. Daarin moet geen verschil worden gemaakt. Dat gesprek probeer ik in mijn directe omgeving te voeren.”
De gesprekken die Shirma en Safi met anderen voeren, zijn soms ongemakkelijk. Het aanmoedigen van empathie en begrip is daarom belangrijk. Safi: “In geschiedenisboeken worden verhalen doorgegeven aan de volgende generatie. Als we van mensen vragen om empathisch te zijn, dan moeten we ook het juiste verhaal vertellen. Niet spreken over de Gouden Eeuw, maar over een Eeuw van Weerstand tegen de Slavernij. We moeten de geschiedenis niet alleen vanuit het witte perspectief vertellen, maar ook vanuit het zwarte perspectief, vanuit het perspectief van tot slaafgemaakte mensen die voor de vrijheid streden zoals Tula op Curaçao en Boni in Suriname.” Shirma voegt toe: “Empathie en begrip voor alle mensen is belangrijk. We hebben het over het zwarte slavernijverleden, maar Nederland heeft over de hele wereld koloniën gehad. Ik hoop dat mensen zich beter leren verplaatsen in een ander.”
Op de vraag wat het belang van het herdenken van het slavernijverleden is, antwoordt Shirma: “Het belang zit niet alleen in het herdenken, maar in het toegeven. Een verontschuldiging is niet genoeg. Het verleden moet een plek krijgen. Dat betekent niet dat we maar één plek krijgen, maar dat we overal zichtbaar zijn in de rijke geschiedenis van dit land, bijvoorbeeld door het slavernijverleden juist ook in al bestaande musea wordt opgenomen en behandeld.” Safi antwoordt: “Het belang van het herdenken zit hem voor mij in het feit dat we institutionele erkenning krijgen.”
Muziek en film kunnen een belangrijke rol spelen in het ontwikkelen van een beter begrip over dit thema. Safi: “Wij zijn cultuurdragers. Als maker uit een gemarginaliseerde groep voel ik de verantwoordelijkheid om ons in een goed daglicht te zetten. Ik wil anderen met mijn werk aan het denken zetten.” Shirma: “Teaching by example.”
Als makers zien zij ook voor zichzelf een rol. Rouse: “Ik zou echt content willen maken die de nieuwe generatie inzicht geeft in alle kanten van de geschiedenis. Daarom zit ik hier vandaag. Voor mij is het slavernijverleden geen zwarte geschiedenis. De zwarte mannen en vrouwen hebben zoveel veerkracht getoond. We zijn intelligent, we zijn mooi, we zijn krachtig. Er moet content komen die dat laat zien en die etaleert dat we groots zijn. En dan bedoel ik niet beter dan anderen, maar dat we gelijkwaardig zijn.”
Op de vraag wat Safi zelf zou willen maken voor een beter begrip van het slavernijverleden, zegt hij: “Anton de Kom is een Surinaamse verzetsheld, die in een Duits concentratiekamp is vermoord. Hij is gestorven voor de Nederlandse vlag en zette zich in voor het herdefiniëren van de Surinaamse identiteit. Een film waarin de Nederlandse en Surinaamse cultuurgeschiedenis samenkomen. Ik houd van films die mensen verzoenen. Ik denk dat een film over Anton de Kom dat kan.”