Welke rol speelt het onderwijs in het tegengaan van discriminatie en racisme? En hoe kan discriminatie in het onderwijssysteem worden aangepakt? In de tweede aflevering van ‘Samen aan tafel’ gaat mensenrechtenactivist Saida Derrazi over deze vragen in gesprek met Chris Morsch, beleidsmedewerker kansengelijkheid bij OCW. Schuif aan!
Tekst: Cato Montijn
Foto's: Ivy Sangers

“Het onderwijs is de toekomst”, zegt Saida Derrazi. “Dat bepaalt hoe Nederland eruit gaat zien. We moeten erkennen dat we een divers land zijn. En daarom moeten we nu stappen zetten in het inclusiever maken van het onderwijs.”
Saida is mensenrechtenactivist en actief in de strijd tegen racisme, discriminatie en islamofobie. Ze is voorzitter van het Comité 21 maart, dat acties, bijeenkomsten en demonstraties organiseert rondom de Internationale Dag Tegen Racisme en Discriminatie. Zo organiseert het comité dit jaar op 22 maart een demonstratie tegen racisme op de Dam in Amsterdam. Ook is Saida medeoprichter van S.P.E.A.K., een collectief van moslimvrouwen dat zich inzet tegen islamofobie.
Ze is in gesprek met Chris Morsch, beleidsmedewerker bij de directie Kansengelijkheid en Onderwijsondersteuning van het ministerie van OCW. Chris werkt aan kansengelijkheid in het primair en voortgezet onderwijs. Zijn belangrijkste doel is het onderwijssysteem voor alle leerlingen eerlijker, toegankelijker en gelijker te maken.

Curriculum
Ook Chris vindt dat het onderwijssysteem in Nederland nog een stuk inclusiever kan. “Dat is een van de redenen waarom ik bij OCW ben gaan werken”, vertelt hij. “In Nederland kan gelukkig elk kind naar school. Je kunt kinderen daardoor al vroeg kennis, waarden en normen meegeven – het onderwijs heeft daarin een unieke positie. Kinderen leren vaardigheden als lezen en rekenen, maar we kunnen ze ook kennis bijbrengen over de wereld waarin we leven.”
En in die wereld bestaan discriminatie en racisme nog steeds. Chris: “Er zijn systemen die ongelijkheid in de hand werken. Die systemen komen soms voort uit de geschiedenis, bijvoorbeeld uit de doorwerking van het slavernijverleden. We kunnen het onderwijs benutten om leerlingen daarover kennis mee te geven. En om ze aan te zetten tot nadenken over deze onderwerpen: hoe vanzelfsprekend is het dat iedereen op dezelfde manier zijn leven kan leiden?”
Chris houdt zich in zijn werk niet direct bezig met het onderwijscurriculum, maar vindt wel dat lessen over het slavernijverleden daarin in ieder geval verplicht zouden moeten zijn. Niet alleen om een compleet beeld te krijgen van onze gedeelde geschiedenis, maar ook om te leren hoe deze samenhangt met het heden.
In het bijbrengen van kennis over de wereld van vandaag en over hoe racisme en discriminatie daarin een rol spelen, hebben scholen veel vrijheid. Volgens Saida zou het goed zijn scholen daarin wat meer aan te sturen. “Scholen organiseren nu soms gastlessen over racisme en discriminatie”, vertelt ze. “Dat is natuurlijk heel goed, maar eigenlijk zouden zulke lessen onderdeel moeten worden van het curriculum. Net als rekenen en schrijven, of les over de Tweede Wereldoorlog. Artikel 1 van de grondwet moet het uitgangspunt zijn van goed onderwijs. Als we al van jongs af aan leren hoe we met elkaar omgaan, hebben we het op latere leeftijd makkelijker.”

Onderadvisering
Ook het onderwijs als systeem kan beter, vindt Saida. Ze noemt onderadvisering en stagediscriminatie als grote problemen: “Jongeren van kleur moeten zich vaak meer bewijzen dan witte jongeren. Daardoor haken deze jongeren eerder af en verliezen we veel kapitaal.”
Chris is dat met haar eens. “Dat in het onderwijs sprake is van onderadvisering van bepaalde groepen leerlingen, blijkt nog steeds uit onderzoek en valt niet te ontkennen. Vaak gaat het om leerlingen van kleur, meisjes of leerlingen met ouders die praktisch opgeleid zijn. Saida zegt terecht dat het pijnlijk is dat deze factoren meespelen in waar leerlingen terechtkomen.”
En als leerlingen eenmaal op een bepaalde opleidingsrichting in het voortgezet onderwijs zijn ingestroomd, is het moeilijk om naar een andere opleidingsrichting door te stromen. Chris: “Daardoor wordt de kans om je kansen te kunnen benutten je dus ontnomen, en de samenleving mist daardoor veel potentieel.”
“Eigenlijk ben je dan een dief van de maatschappij”, vult Saida aan. “Door discriminerende systemen worden kansen van veel leerlingen weggevaagd. Onderadvisering houdt kinderen gevangen in een systeem en daar houden ze schade aan over. Ik vind dat leraren en onderwijsinstellingen daarop moeten worden aangesproken.”
De wet doorstroomtoets die twee jaar geleden is ingevoerd, helpt bij het tegengaan van onderadvisering, vertelt Chris. “Die wet schrijft voor dat leraren hun advies moeten bijstellen als een leerling meer uitdaging aan blijkt te kunnen dan is ingeschat bij het schooladvies. Ik vind het belangrijk dat we erkennen dat iedereen, bewust of onbewust, vooroordelen heeft. Daarom is het goed dat we naast het schooladvies van de leraar een objectieve meting kunnen leggen.”
Ouderbetrokkenheid
Een andere manier waarop OCW ongelijkheid in het onderwijs wil tegengaan, is ouderbetrokkenheid bij álle ouders te stimuleren. Chris: “We willen dat ouders betrokken zijn bij hoe hun kinderen doorstromen naar het voortgezet onderwijs. Daarover moeten ze in gesprek kunnen met leraren. Maar we zien dat vooral ouders die mondig zijn en goed Nederlands spreken gebruikmaken van die mogelijkheid. Terwijl we juist de ouders willen betrekken voor wie de stap naar de docent minder vanzelfsprekend is. Daarvoor moeten we informatie over betrokkenheid van ouders bij de overgang naar de middelbare school voor alle ouders toegankelijk maken.”
Een goed idee, vindt Saida: “Veel ouders willen wel betrokken zijn, maar kunnen dat niet. Omdat ze de taal niet goed spreken, of omdat ze hun werk niet kunnen afzeggen voor een oudergesprek. We moeten zorgen dat we deze mensen niet uitsluiten. En laten we voor de ouders die het niet kunnen, bedenken hoe we hun kinderen op een andere manier kunnen helpen. Want het gaat uiteindelijk om wat het kind nodig heeft. We moeten oog hebben voor wie ze zijn en voor wat er in hun omgeving speelt. Daarin hebben scholen een rol, maar we hebben ook een systeem nodig dat voor leerlingen een vangnet kan zijn. Daar moeten we op inzetten, zodat alle leerlingen de kansen krijgen die ze verdienen.”
Stagediscriminatie
Discriminerende systemen beperken zich niet tot het schooladvies, zegt Saida. Zij noemt ook stagediscriminatie als actueel probleem. “Veel jongeren kunnen, bijvoorbeeld door hun achternaam, geen geschikte stageplek vinden. Zij zijn daardoor soms gedwongen te stoppen met hun opleiding. En dat druist in tegen het maatschappelijk belang. Als een jongere kansen niet kan benutten vanwege discriminatoire systemen, dan is dat voor ons allemaal een verlies.”
Met het Stagepact mbo en het Manifest tegen stagediscriminatie zet OCW zich, samen met andere organisaties, in om stagediscriminatie tegen te gaan in het mbo, hbo en wo. Hoewel meer actie nodig is, vindt Chris dit een goede eerste stap. “Door uit te spreken dat discriminatie in sommige systemen nog altijd een rol speelt, halen we het verhaal uit de taboesfeer. Door blinde vlekken te benoemen en daarover in gesprek te gaan, kunnen we zorgen dat we leerlingen of studenten niet benadelen.”
Bespreekbaar maken en voorlichten
Gesprekken als deze zijn een goede stap in het bespreekbaar maken van het onderwerp en het benoemen van blinde vlekken, hoe pijnlijk soms ook. Chris: “Het is natuurlijk ongemakkelijk om te erkennen dat je mogelijk ongelijk bezig bent en daardoor mensen uitsluit. Maar daar begint het wel mee. Het is belangrijk om ons bewust te zijn van de vooroordelen die we allemaal hebben – ik heb ze zelf ook. Het is een eerste stap om dit onderwerp bespreekbaar te maken, op zo’n manier dat we kunnen zoeken naar oplossingen.”
Ook voorlichting blijft belangrijk, benadrukt Saida. “Ik denk bijvoorbeeld dat het goed zou zijn om op scholen jaarlijks een week tegen racisme te organiseren. Vanuit het Comité 21 maart geven we vaak voorlichting over de vormen van racisme en hoe die samenhangen, over de grens tussen vrijheid van meningsuiting en hate speech en over hoe je institutioneel racisme herkent. Leerlingen zijn vaak heel betrokken als het gaat over racisme en discriminatie. Het is een thema dat bij iedereen speelt. Dus als erover gesproken wordt, doen ze daar graag aan mee.”
Samen aan tafel
In aanloop naar 21 maart, de Internationale Dag tegen Racisme en Discriminatie, delen we een aantal inspirerende verhalen in de reeks Samen aan Tafel. Collega’s gaan met professionals binnen de OCW-beleidsterreinen in gesprek over hun ervaringen, inzichten en de strijd tegen racisme en discriminatie. Deze verhalenreeks is uitgevoerd in opdracht van het OCW Programma tegen Discriminatie en Racisme (PD&R).