Leraren meer laten werken door ze meer ruimte te geven om vrij te nemen. Het lijkt de wereld op zijn kop, maar zou weleens kunnen helpen bij het terugdringen van het lerarentekort. Deze vorm van maatwerk is één van de creatieve ideeën die een kopgroep van schoolbesturen de afgelopen anderhalf jaar ontwikkelde en in de praktijk bracht. We spreken over het initiatief met OCW’ers Carmen Massaar en Jerry Straten én directeur Invalteam Mariella van Schie en leraar René Rusman, beiden werkzaam bij Stichting Sophia Scholen.
Tekst: Cato Montijn
Foto’s: Olivier Middendorp
Voor René Rusman, leraar van groep 5 op basisschool De Prinsenhof in Noordwijkerhout, is het een welkome afwisseling van zijn werk: af en toe stelt hij zich beschikbaar om in te vallen als een andere leerkracht uitvalt. “Sinds ik kinderen heb, werk ik vier dagen per week. Maar nu zij zelf naar school gaan, heb ik op mijn vrije dag vaak tijd over. Ik besloot me eens per maand een dag beschikbaar te stellen om in te vallen. Het leek me interessant om af en toe een kijkje in de keuken te krijgen bij andere scholen én in andere groepen. En het feit dat ik er via de beschikbaarheidstoelage een leuk extraatje aan overhoud, trok me over de streep.”
Creatieve ideeën
Ga aan de slag met nieuwe mogelijkheden om leerkrachten te overtuigen meer uren te werken. Die oproep aan het onderwijsveld zette staatssecretaris funderend onderwijs Mariëlle Paul aan het begin van dit schooljaar nog eens extra kracht bij. En er wordt aan gewerkt: een kopgroep van schoolbestuurders experimenteert al anderhalf jaar met initiatieven om leerkrachten meer te laten werken.
Jerry Straten en Carmen Massaar van de directie Financieel Economische Zaken zijn allebei lid van het team Meer Uren Werken. Zij zijn dus vanaf het eerste uur betrokken bij de kopgroep. Jerry roemt het lef van de bestuurders uit de kopgroep, die kritisch meedenken en met creatieve ideeën komen. “We vragen ons steeds af: wat kan wél? Het is echt pionieren. We leren gaandeweg wat wel en niet werkt, en hoe we ideeën in de praktijk kunnen vormgeven. Ik heb veel respect gekregen voor de overtuiging van de bestuurders, de bewindspersonen en de OCW’ers die out of the box denken en met de ideeën aan de slag willen. Er zijn nog steeds behoorlijke tekorten, dus als we een deel van de parttimeleerkrachten kunnen verleiden om meer te werken, levert dat al heel veel op.”
Een logische gedachte, maar hoe haal je leerkrachten over om meer uren te maken? Met een geldbonus voor voltijders, was het initiële idee. Maar dat bleek al snel te nauw bekeken. Carmen: “De eerste vraag aan de kopgroep was: hoe kunnen we een voltijdsbonus vormgeven? Hoewel sommige schoolbestuurders er wel potentie in zagen, gaven veel leden van de kopgroep al vroeg in de gesprekken aan dat ze niet geloofden dat geld de enige juiste prikkel zou zijn. Bovendien vonden ze dat er ook potentieel ligt bij parttimeleraren die bijvoorbeeld van drie naar vier dagen werken gaan. Binnen een paar maanden was daarom duidelijk dat we niet alleen moesten inzetten op een geldbonus voor voltijders, maar dat álle initiatieven en ideeën welkom waren.”
En die initiatieven kwamen er. Verschillende ideeën passeerden de revue. Het voeren van ‘het goede gesprek’ bijvoorbeeld, waarin schooldirecteuren met leerkrachten bespreken
wat ze nodig hebben om hun aanstelling passender te maken. Carmen: “Veel leerkrachten leggen zichzelf beperkingen op. Ze denken bijvoorbeeld: ik kan niet altijd op vrijdag werken, dat zal mijn directeur wel onhandig vinden, dus ik zeg gewoon dat ik op die dag nooit kan. Terwijl meer maatwerk mogelijk is.”
Beschikbaarheidsregeling
Een ander initiatief was de eerdergenoemde beschikbaarheidsregeling, die leerkrachten een extra geldbedrag biedt als ze dagen vrijhouden om zo nodig voor een ander in te vallen. Een idee dat ontstond bij stichting Sophia Scholen in de Duin- en Bollenstreek. Leerkrachten die meedoen aan de regeling, geven aan op welke dagen ze beschikbaar zijn. Schooldirecteuren laten weten wanneer ze een vervangend leerkracht nodig hebben en voor welke periode. Met behulp van een vervangingsmanagementsysteem wordt een leerkracht gekoppeld aan de school die vervanging zoekt.
Mariella van Schie is directeur van het invalteam van stichting Sophia Scholen. De beschikbaarheidsregeling valt onder haar verantwoordelijkheid. “We werken binnen onze stichting met een invalteam van leerkrachten die geen vast onderdeel uitmaken van een schoolteam, maar wel een vast aantal uur worden ingezet op verschillende Sophiascholen. Dat is een leuk team van bevlogen mensen. Daar bovenop hebben we dus de beschikbaarheidstoelage. Als alle leden van het invalteam bezet zijn, kan ik uitwijken naar leerkrachten die zich hebben opgegeven voor deze regeling.”
De leerkrachten die deelnemen aan de regeling, krijgen een kleine toelage voor de dagen waarop zij zich beschikbaar stellen. Worden ze daadwerkelijk ingezet, dan krijgen ze naast die toelage hun werkdag vergoed. Mariella: “Mensen geven zich om verschillende redenen op. Bijvoorbeeld om eens op een andere school te kijken of aan een andere groep les te geven. Bij het vinden van de juiste invaller houd ik zoveel mogelijk rekening met de voorkeuren van de leerkrachten. Ik kijk altijd welke leerkracht affiniteit heeft met de groep waarvoor een vervanger nodig is. Maar ook van wat voor type school de vraag komt en welke invaller daar het beste bij past. Veel leerkrachten vinden het interessant om veel verschillende scholen te zien. Ze willen verschillende ervaringen opdoen.”
Goed werkgeverschap
Het gaat ook over goed werkgeverschap, vindt Mariella. “Dat is belangrijk voor ons. In het traject ‘Jouw baan, kies bewust’ bespreken we met elke leerkracht hoe we diens aanstelling op een prettige manier kunnen invullen. Met oog voor een goede balans tussen werk en privé, en met de ruimte om flexibiliteit te bieden als er iets verandert in hun leven. Het helpt hen bewust te kiezen voor een groep, school of aantal uren werken. Mensen hebben daardoor meer plezier in hun werk, en dat heeft weer een positief effect op het onderwijs en het behouden van teamleden. En hoe gaaf is het als mensen er door deze mogelijkheid voor kiezen wat meer uren te maken? Al is het maar één dag per jaar: alle beetjes helpen.”
Ook leraar René vindt de beschikbaarheidsregeling een aanrader voor andere leerkrachten en scholen. “Het is leuk om af en toe eens uit je comfortzone te gaan en een ander klaslokaal binnen te stappen. Je leert altijd iets van het lesgeven aan een andere groep, op een andere school. Mijn eigen klas kent me natuurlijk goed, maar op een invaldag moet ik me altijd weer extra bewijzen. Ik vraag me steeds af: wat wil ik deze kinderen meegeven? Het leraarschap is een van de belangrijkste en mooiste vakken die je kunt kiezen, en het invallen heeft mij nog meer liefde gegeven voor mijn vak.”
En dat het onderwijs een vak is om trots op te zijn, is voor directeur Mariella van Schie misschien wel de belangrijkste boodschap. “Ja, er zijn tekorten, maar ik wil ook graag benadrukken hoe mooi het is om te werken in het onderwijs. Dat positieve geluid helpt in het aantrekken van nieuwe leraren – en het ministerie van OCW kan goed helpen die boodschap te verspreiden.”
Een verbindende uitdaging
De meeruren-aanpak die in dit artikel is besproken, staat niet op zichzelf. Het initiatief past in de door praktijk, beleid en de Inspectie van het Onderwijs gedeelde wens om leraren te behouden. Door flexibiliteit te bieden, het werk aantrekkelijker te maken, en door wie dat kan en wil meer uren te laten werken.
Goed onderwijs staat of valt namelijk met goede leraren, schoolleiders, bestuurders en onderwijsondersteunend personeel. De aanhoudende personeelstekorten zijn dus een risico voor de kwaliteit van het onderwijs. Het personeelstekort is niet met één druk op de knop op te lossen – verbinding en samenwerking tussen praktijk, beleid en de Inspectie van het Onderwijs is daarom belangrijk. Zo kunnen we het probleem vanuit verschillende perspectieven benaderen en tot breed gedragen oplossingen komen.
De Inspectie van het Onderwijs beveelt aan om een mix van structurele maatregelen te nemen tegen het personeelstekort in het onderwijs. Voor de Staat van het Onderwijs 2024 vroeg de inspectie schoolleiders van een kleine 200 scholen naar mogelijke oplossingen. Structurelere maatregelen, concludeerde de inspectie, moeten zijn gericht op werving en behoud van leerkrachten, op de arbeidsvoorwaarden en op het anders organiseren van het onderwijs.
Schoolleiders geven aan dat maatregelen gericht op het welbevinden en op verlaging van de werkdruk het beste helpen om leerkrachten te werven of te behouden. De rol van schoolleiders is hierin cruciaal. Des te schrijnender is het dat het relatieve tekort aan schoolleiders nog groter is dan het lerarentekort. Er zijn voorbeelden waar het anders organiseren van het onderwijs een positieve uitwerking heeft. Zo mogen scholen met personeelstekorten voor een deel van de onderwijstijd activiteiten laten verzorgen door andere professionals dan bevoegde leraren, onder duidelijke randvoorwaarden.
Het team meeruren-aanpak van OCW deelt de mening van de inspectie dat een mix aan maatregelen belangrijk is om het lerarentekort te bestrijden. Maatregelen om de instroom van nieuwe leerkrachten te vergroten, om leerkrachten te behouden en om onderwijs anders te organiseren. Zo investeert OCW structureel anderhalf miljard euro extra in leraren, om de beloning en professionalisering te verbeteren en om de werkdruk te verlagen. Het kabinet werkt ondertussen aan een Herstelplan kwaliteit funderend onderwijs om verdere structurele stappen te zetten.